Werken aan herstel in de hel op aarde
‘De hel op aarde’. Zo wordt door onze collega’s de situatie omschreven in Democratische Republiek Congo (DR Congo), het grootste land van Afrika. De beelden die wij binnenkrijgen komen hard binnen. Het geweld in DR Congo is zó gewelddadig en zó wreed. We horen verhalen over kinderen die gedwongen worden om te doden of om huizen plat te branden, zelfs van hun eigen familie of buren. We horen verhalen over kinderen die worden verkracht of op klaarlichte dag worden ontvoerd. Een van onze collega’s ter plekke zei: “Als je hier werkt, dan ga je vanzelf bidden. Geen enkele twijfel.”
Jean* (14 jaar) is een van de kinderen die werd ontvoerd. Hij kan het gelukkig navertellen: “Ik was onderweg naar ons veld toen de rebellen me met geweld meenamen. Ik zei dat ik terug naar huis wilde, maar ze weigerden me te laten gaan. Ze namen me overal mee naartoe en ze lieten me kisten met munitie en zware pannen met eten dragen. Die waren zwaarder dan iemand van mijn leeftijd kan dragen. Ze lieten me ook alcohol drinken en wiet gebruiken.”
Ontheemd en getraumatiseerd
In DR Congo vechten verschillende gewapende groepen al jarenlang om het bezit van grondstoffen en land. Het inzetten van kindsoldaten, verkrachting en kidnapping is daarbij aan de orde van de dag. Na een omstreden verkiezingsuitslag in 2020 is er een crisis ontstaan die nog altijd voortduurt. In combinatie met een recente vulkaanuitbarsting en mislukte oogsten door het veranderen van het klimaat, zijn op dit moment ruim vijf miljoen Congolezen op de vlucht. Drie miljoen van hen zijn kinderen, een half miljoen is onder de vijf jaar. Deze kinderen zijn ontheemd, ondervoed en getraumatiseerd.
De berichtgeving over de crisis is in Nederland vrijwel nihil en dat begrijpen we ergens wel. Het conflict loopt al jaren en is bijzonder complex. Toch zijn we als westerse landen onderdeel van het probleem, onder andere doordat ook wij belang hebben bij de grondstoffen waar om gevochten wordt. Dit betekent wat ons betreft dat we onze ogen niet mogen sluiten voor wat zich in DR Congo afspeelt.
Traumazorg en onderwijs
Als Red een Kind zijn we inmiddels een paar jaar in DR Congo aanwezig. Wat wij doen, is hulp bieden direct ná de eerste acute noodhulp. Organisaties als Unicef en de VN zetten vluchtelingenkampen op, zorgen voor drinkwater en andere eerste levensbehoeften. Ons aandeel volgt direct hierna in de vorm van onderwijs en traumazorg. Beide zijn hard nodig: kinderen missen vaak al langere tijd onderwijs doordat scholen gesloten zijn. Ook dragen ze vaak heftige trauma’s met zich mee door het geweld dat ze hebben meegemaakt.
Dat traumazorg nodig is, beaamt Innocent (30 jaar). Hij leidt een van de scholen die met de hulp van Red een Kind zijn opgezet in Oost-Congo: “De kinderen op onze school hebben heel veel meegemaakt. Voor kinderen die terugkomen vanuit gewapende groeperingen is het lastig om zich op school aan te passen. In hun hoofd zijn ze nog steeds aan vechten om te overleven. Het lukt ze niet goed om met andere kinderen te spelen. Als ze al spelen is het vaak ‘oorlogje’ en ze slaan ook de anderen. Er is een meisje dat elke keer als ze een hard geluid hoort, gaat liggen. Het is dan bijna onmogelijk om haar te kalmeren. Ik haal haar uit de klas en laat haar filmpjes kijken op mijn telefoon tot ze rustig is.”
Kansen voor de toekomst
Ook onderwijs en onderwijsfaciliteiten zijn hard nodig. Er zijn nauwelijks schoolgebouwen overgebleven in DR Congo, laat staan dat er schoolmaterialen zijn. Daarnaast is ondervoeding een probleem. Innocent: “Een groepje ouders vertelde mij: ‘Onze kinderen zijn vaak te zwak om naar school te gaan. We kunnen hen vaak niet meer dan één keer per dag eten geven. Soms in de ochtend, dan eten ze de rest van de dag niet. Soms pas in de avond, nadat ze een hele dag niet gegeten hebben’. Deze zelfde ouders zijn dankbaar dat hun kinderen wel de mogelijkheid hebben om naar school te gaan. ‘Onderwijs is heel belangrijk, misschien hebben mijn kinderen dan nog iets van een kans voor de toekomst’.”
Een van de kinderen die het geluk hebben om weer naar school te kunnen, is Jean. “Op een dag ontsnapte ik. Toen ik onderweg een vriendje tegenkwam van vroeger, zei hij dat hij wist waar mijn familie was. In een vluchtelingkamp, zei hij. Mijn moeder was zo blij toen ze me zag. Ze zei: ‘Ik dacht dat je dood was, maar nu ben je terug’. Ik werd erg ziek toen ik in het kamp aankwam. Gelukkig werd ik behandeld en werd ik weer beter. Daarna werd mij gevraagd of ik naar school wilde en ik zei: ‘Ja, ik wil dat.’ Zo ben ik begonnen met school.”
Meest vergeten crisis
Het conflict in DR Congo is volgens ons de meest vergeten crisis ter wereld. Gelukkig zijn er naast ons ook andere organisaties die in het land aanwezig zijn en helpen. Maar de nood is groot, heel groot. Patrick, landendirecteur van Red een Kind, blijft desondanks hoop houden op een goede toekomst. “We hebben hoop nodig om door te gaan. Anders komt er nooit verandering. Deze situatie komt door mensen die slechte dingen doen. Het kan ook goedkomen door mensen. Mensen die goede dingen doen.”
Lees hier meer over de situatie in DR Congo en over het Noodfonds
*om veiligheidsredenen hebben we zijn naam gewijzigd.