Wat als ze mij komen halen?

Ze kijkt stil voor zich uit in het klaslokaal. Het lokaal is donker en hoewel de kleine ramen felle lichtstralen naar binnen sturen kunnen ze niet de hele ruimte verlichten. Het zijn spotlights die slechts een deel van de afbladderende muur en de kapotte vloer laten zien. Het lijkt wel een filmstudio waar we opnames in maken; rauw en industrieel. Maar het is de bittere realiteit van Zuid-Soedan. Het lokaal is leeg, er staan maar twee bankjes in en het golfplaten dak klappert in de wind. Het lokaal is zo leeg omdat een gewapende groep mannen alle bankjes en het lesmateriaal een jaar geleden gestolen heeft. Dit soort overvallen gebeuren vaker hier in Zuid-Soedan. Gewapende bendes nemen alles mee en ontzien niemand op hun pad. De vader die ik eerder deze dag sprak vertelde hoe hij aan de kant geslagen werd toen hij zijn kinderen wilde beschermen.

Op een van de twee overgebleven schoolbankjes zit Lucia, ze is zeventien en vertelt over de situatie hier in Pibor. “Toen de mannen kwamen was ik zo bang. Mijn vader riep dat we moesten rennen en samen holden we naar de markt. Daar wachtten we met een hele groep, biddend dat ze alleen de school zouden beroven en niet naar ons toe zouden komen.”

De aanval is een jaar geleden en Lucia denkt er nog vaak aan. “Ik was zo bang, ik wist niet waar iedereen was.” Nog steeds is de regio niet veilig, er is veel geweld, vooral tegen vrouwen. “We lopen altijd in een groep naar school, dat is veiliger. Als je alleen loopt pakken ze je.” Lucia zwijgt en kijkt naar haar handen.

“Mijn vriendin is aangevallen twee weken terug. Een groep mannen nam haar mee, sloeg haar, verkrachtte haar en liet haar daarna achter. Ze werd door de buren thuis gebracht en was er heel slecht aan toe. We zijn allemaal bang.”

Lucia kijkt op en zegt “Wat als ze mij komen halen?” Ik zie de angst in haar ogen en voel het diep in mijn maag. De school ligt onbeschermd tussen de velden, het is niet moeilijk om je voor te stellen dat gewapende mannen de heuvels op rennen en plunderend en verkrachtend rond gaan. Er zijn hier geen veilige plekken.

Lucia’s vriendinnen komen erbij en vertellen dat ze op elkaar wachten en altijd samen zijn. Hun ouders beschermen hen zo goed mogelijk en ook de schoolleiding doet wat ze kan. Maar het is bijna onmogelijk om de kinderen te beschermen tegen zoveel blind geweld.

Deze meisjes, nog aan het begin van hun leven, worden elke dag geconfronteerd met een afschuwelijke realiteit. In Nederland zouden ze giechelen over hun eerste verliefdheid en genieten van tienerfeestjes. Hier hopen ze elke dag opnieuw dat ze geen slachtoffer worden van gruwelijke verkrachtingen.

Ik knijp in Lucia’s handen en prevel een gebed om bescherming.

Geschreven door Simone Schoemaker, manager Fondswerving en Bewustwording

Meer weten over ons werk in Pibor, Zuid-Soedan?
Klik hier

Delen?

Altijd op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang via e-mail het laatste nieuws over de projecten en acties van Red een Kind

Ja! Houd mij op de hoogte