'Het kind dat weigerde om op te geven'
In juni waren onze programmamanagers een week in Nederland. We vroegen elk van hen om een verhaal van een kind te delen dat hen is bijgebleven. Collega Oliver Michael uit Zuid-Soedan vertelde een verhaal dat ons diep raakte. Een verhaal dat laat zien waarom we doen wat we doen.
In een vergeten dorpje in west Equatoria in Zuid-Soedan wordt een jongen geboren in de schaduw van oorlog. Hij woont in een hut gemaakt van modder en loopt op blote voeten. Schoenen, daar kan hij alleen van dromen. Elke ochtend loopt hij kilometers naar school. Hij heeft geen pen, geen papier, en geen schooltas. Schoolboeken kunnen zijn ouders niet betalen. Daarom schrijft hij zijn antwoorden op de stoffige grond van de school. Toch is hij de beste leerling van de klas.
Helaas blijken de schoolregels belangrijker. Omdat hij geen schooluniform heeft, mag hij geen toetsen meer maken. Regelmatig wordt hij naar huis gestuurd. Daarom gaat hij helpen in de landbouw: hij verbouwt cassave en maïs. Als hij twaalf jaar is, vraagt hij zijn moeder om alcohol te brouwen van de gewassen, zodat hij een schooluniform kan kopen.
Net als het leven van de jongen er hoopvoller uit begint te zien, maakt de oorlog alles kapot. Het regent bommen. Hij en zijn familie vluchten de jungle in, verstoppen zich onder bomen en lopen dagenlang, doodsbang en moe, richting DR Congo.
In DR Congo vindt de jongen geen rust, maar honger. Hij werkt veel op het land om cassave te verzamelen. Zijn leergierigheid blijkt zijn houvast. ’s Avonds leest hij bij het kampvuur uit kapotte schoolboeken. Als hij zestien jaar is, smeekt zijn moeder hem om te trouwen. Niet voor de liefde, maar om financieel overeind te blijven. Hij zegt ja, op één voorwaarde: ‘Ik wil blijven studeren.’
Als hij in DR Congo ook niet naar school kan, besluit de jongen in 21 dagen naar Oeganda te lopen. Daar klopt hij twee jaar lang op gesloten deuren. Uiteindelijk biedt de Oegandese overheid hem een studiebeurs aan, maar halverwege zijn studie wordt deze stopgezet. Toch geeft hij niet op. Hij krijgt de kans om een studie te doen in de mechanica van motorvoertuigen. Drie jaar lang repareert hij motoren. Daarna krijgt hij zelfs nog een studiebeurs aangeboden.
Maar er is binnenin de jongen iets verandert. Om hem heen ziet hij de gebrokenheid van de mensen, het trauma en de hopeloosheid. Er zijn meer kapotte mensen dan kapotte auto’s. Daarom besluit hij sociaal werker te worden. Hij behaalt een bachelorsdiploma in Sociale Ontwikkeling en daarna een masterdiploma in Milieubeheer en Afrikaanse studies aan een van ’s werelds beste universiteiten in Parijs.
Deze jongen, die ooit op blote voeten liep en niet welkom was op school, dat ben ik.
Ik ben de eerste in mijn familie die naar school ging en een diploma behaalde en de eerste die kon dromen over meer dan overleven. Maar ik ben niet vergeten waar ik vandaan kom. Daarom ondersteun ik kinderen in Zuid-Soedan. Mijn verhaal is een getuigenis van wat er mogelijk is als kinderen gezien, gesteund en gehoord worden.
Mijn naam is Oliver Michael, en ik ben het kind dat weigerde om op te geven.